DUDOC-ALFA

Posters, pitches en posities

Een terugblik op de Dudoc-Alfa intervisie- en scholingsdag van 1 juli 2022 (lichting 2021)

Door: Sandra Karten

Posters. Menig tienerkamer hing er vroeger vol mee. Popidolen, inspirerende teksten en zelfs kunstreplica’s sierden bij vele jongeren de muren.

Tijdens de afgelopen intervisie- en nascholingsdag in Utrecht ging het ook over posters. Niet die van de tienerkamers, maar wetenschappelijke posters. Voor het ochtendprogramma had iedere deelnemer namelijk een poster gemaakt over (een fase uit) zijn onderzoek. Aan de hand van deze visuele ondersteuning presenteerden wij onze onderzoeksprojecten in een pitch van circa 5 minuten. De posters liepen sterk uiteen: niet alleen een verschil in grootte viel op (de kleinste was A3-formaat en de grootste A0), ook hadden we allemaal andere keuzes gemaakt wat betreft vormgeving en hoeveelheid tekst. Na iedere pitch was er gelegenheid om vragen te stellen ter verduidelijking. Tot slot blikten we in een groepsgesprek terug: hoe was het om je poster te presenteren? Waar was je tevreden over? Over welk onderdeel zou je nog specifiek feedback willen? Sommigen hadden al ervaring met het presenteren van een poster op een wetenschappelijk congres en konden uit eigen ervaring vertellen dat zo’n posterpresentatie heel waardevol, interessant én toch ook wel vermoeiend is.

Na de lunch was het tijd voor de intervisiewandeling. Al struinend door het zonnige Griftpark blikten we terug op het afgelopen jaar en keken vooruit naar de toekomst. Vragen als: ‘waar wil je over een jaar staan?’ en ‘waar kijk je het meest tegenop?’ passeerden de revue.

Terug in één van de gebouwen van de Universiteit Utrecht bogen we ons over een volgend vraagstuk: wat is de positie van je onderzoek binnen het onderzoeksgebied? Naar aanleiding hiervan ontstond een interessante discussie over tot welk onderzoeksgebied ieders onderzoek zich überhaupt verhoudt en tot welk onderzoeksgebied je je als onderzoeker wil verhouden. Nadat hier één en ander over was opgehelderd was het tijd om je onderzoek te positioneren aan de hand van het CARS-model (‘Creating A Research Space’) van John Swales. Vertegenwoordig je bijvoorbeeld een tegenpositie? Vul je een leemte in het onderzoeksgebied op? Stel je een kwestie ter discussie? Of zie je je onderzoek toch meer als het voortzetten van een bepaalde onderzoekstraditie? Al snel bleek dat het lastig is om voor puur één positie te kiezen; het is bijvoorbeeld mogelijk om qua onderzoeksonderwerp een leemte te vullen en wat betreft onderzoeksmethode een traditie voort te zetten. Na deze verkenning van onderzoeksposities bestudeerden we theoretisch kaders in de proefschriften van reeds gepromoveerde Dudoc-Alfa’ers. Hoeveel pagina’s neemt zo’n kader in beslag? Is het makkelijk te vinden? Welke positie neemt het proefschrift in binnen de bestaande onderzoekstraditie? Diep onder de indruk van de werken die voor ons lagen (en nog ietwat in ongeloof over dat ook wij over zo’n drie jaar onze eigen dissertaties in handen hebben) probeerden wij deze vragen te beantwoorden en ideeën op te doen voor ons eigen schrijven.

Vol inspiratie voor de toekomst sloten we de dag af onder het genot van een hapje en een drankje. En de posters? Die gingen allemaal weer mee terug naar huis. Ik ben benieuwd hoeveel daarvan nu aan de muur hangen.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.

Antispam *